Liefde. Zeventig dagen op ooghoogte(1965)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende dinsdag 11 februari 1964 [het laatste gesproken woordgedicht] Het nieuwe huis Ik heb een huis, ik woon bij Maja in huis. Met Reineke woon ik: Leidsekade 83. Liever geen bezoek, want ik schrijf een boek. Dit is het boek. Het verhaal van een ziende getuige, een waakzame gestalte, een spraakzame meester, over alles behalve angst, vol God en liefde, de vrije lijfeigene. Ik zie geen hand voor ogen. Dit is niet mijn boek, het is geschreven in opdracht van de God die hoog en hoogstpersoonlijk in mij leeft, mijn daad dikteert / mijn vingers leidt / mij ogen oren een stem [pagina 42] [p. 42] een keel en dit lichaam heeft gegeven, dit lijf, waarin ik leef, niet alleen leef, samenleef, met Reineke, met jou, met God. Liever geen bezoek want ik worstel met mijn woorden, een strijd die mij dit leven geeft, met het woord dat daad wordt, en mij een stem meegeeft: het wonder van het dagelijks gebeuren, het telkens opnieuw betrapte weten: Dit is het, leven dat ik leef, niet voor niet leef, waar en aanwezig voor wie mij weet te vinden, dit levenslang vergrote manshoge sprekend gelijkende waarheidsgetrouwe spiegelbeeld: een mens in de ogen van God. Vorige Volgende