Liefde. Zeventig dagen op ooghoogte
(1965)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 20]
| |
en iedere dag weer wordt. Voor me de zeventig dagen, daaronder de vertaling van het boek van Ralph & Phil, waaraan ik zo spoedig mogelijk dien te beginnen, voor me Allen Ginsberg's gedichten. Links van me de notities tussen 28 november tot aan het begin van de zeventig dagen. Maar bij het opruimen in het nieuwe huis aan de Bloemgracht, dat ik betrokken heb (ik zou verrast hebben opgekeken, als men mij een jaar geleden had verteld, dat ik aan de andere kant van de gracht zou wonen, met een andere vrouw) zie ik weer hoe de wereld swingt als de pest; ik heb vandaag mijn kijkdoos voor het eerst opengezet, in het kader van ‘The Art of Living, Inc.’. Voor tien gulden krijgt u tien adressen, een kaart verschaft u toegang. Kom kijken, op de aangegeven uren: zo werk en leef ik, zo leeft de kunst in mijn huis, zo onttrek ik mij aan elk isme. Gisteren werd mij door de Keerkring gevraagd, of ik - voor een boekje ter gelegenheid van hun 15-jarig bestaan - wilde antwoorden op de vraag: ‘Heeft het figuratief-realisme in onze tijd nog wel zin?’ Mijn antwoord: ‘Ik weiger me neer te leggen bij ismes. Er is maar één isme: het leven. Alles houdt daarmee verband. De realiteit heeft niets van doen met het realisme. Figuratief of objektief, informeel of gedeformeerd: er is maar één schilderkunst. Ik heb ook nooit begrepen de misverstanden tussen jazz-traditional liefhebbers en jazz modern-style aanhangers. Er is maar één soort jazz, maar één soort schilderkunst: de goede. Ik hoop me het woord van Yves Klein eigen te maken, een authentieke realist te zijn van het schone heden.’ Wat ik wil, is het verleden tot heden maken. De vele notities, en de gegevens die te voorschijn komen uit een half jaar niet opgeruimde korrespondentie, de mappen, de uitnodigingen, de foto's en photoshots, mijn journalistieke werk in die tijd, de knipsels rond mijn proces, rond andermans ervaringen, de stapel kranten en tijdschriften en wanneer begint dit verhaal? Met het Spiegel-weekend in Wageningen, waarover ik in Vrij Nederland najaar '62 het laatste woord nog niet gezegd heb? De van de sceneGa naar voetnoot† verdwenen en daarop opgedoken mensen? De aantekeningen in mijn Succes-agenda, de dood van de Vietnamese | |
[pagina 21]
| |
boeddhistische monnik, die zo onbewogen in ons aller vuur zit? Hoe kwam ik ertoe begin december mijzelf God te wanen? De dood van Aldous Huxley, die van Kennedy. Mijn Gesproken Woord-gedichten, mijn reis door Amsterdam gisteren in een rondvaartboot met Matthias (eergisteren drie jaar geworden), het is een roman-fleuve, korte verhalen, die ik nooit zal schrijven. Een bibliografie maken? Ik beloof opnieuw een annex. Ik ga verder. Dat wil zeggen: terug naar |
|