maandag 11 november 1963
Roland Kirk, die blazend en stotend de schrilste geluiden weggeeft, en spelend steeds nader komt tot waarneembare gehoorgrenzen, heeft veel gemeen met de man die vanuit Brussel aan het redaktiesekretariaat van Randstad (driemaandelijks verschijnend; redakteuren Claus, Michiels, Mulisch, Vinkenoog) zijn notities stuurt: ‘gemaakt gedurende een eerste experiment met marihuana.’ Hij is geen literator; hij gelooft nog in bewijsmateriaal. ‘Indien u voelt voor publikatie, zou ik er een zakelijke inleiding bij kunnen leveren, alsmede de in de tekst vermelde tekening.’ Hij kent het bestaan nog niet van de miljoenen pagina's notities, handschrift, tekeningen, kollages, die de wereld bedekken als een hymne aan de inspiratie, die bezit neemt van de mens, high. De schepper. De maker. Ik citeer zijn onbeholpen, waarheidsgetrouwe woorden (hij is ambtenaar bij een internationale organisatie, vijfenveertig jaar, beschreef enkele jaren geleden in de Groene Amsterdammer zijn ervaringen, toen hij ophield met roken): ‘Ik schrijf één zin, er gebeuren wel vijf dingen intussen, dus ik kan niet alles opschrijven, ben steeds achter - je laat je van tijd tot tijd gaan; er zijn te veel dimensies om op te schrijven - de meest gewone dingen, zoals een deksel afschroeven, worden prachtig; vierduizend gedachten tijdens één zin die ik opschrijf - werkelijk duizenden bewustzijnen, dus alles kan niet opgeschreven worden - nooit vergeten bij het later nalezen dat maar een honderdduizendste op papier staat van alles wat er is gebeurd en alles prettig positief - alles wat later gerapporteerd zal worden is te weinig - dit (pijl naar zin omhoog) is een boodschap tot de buitenwereld.’
Beiden zijn ze door het grote gevoel aangeraakt, deel uit te maken van een oneindige kosmos, en geen van beiden weet er menselijke geluiden (stem, klank, woorden, gezicht) voor te vinden.
Een boodschap, chère âme; het Engelse weekblad The Lancet van 9 november publiceert een artikel met de tendens het marihuanagebruik te legaliseren.