Napoleon bij zijn inval in Rusland, toen hij te Moskou wegens gebrek aan voedsel moest terugkeeren en zijn gansche leger bijkans van honger bezweek; want de Koloniale Afrikaners waren aan ons door banden van bloed en vriendschap gebonden.
Waarom kommandant Olivier, nadat hij generaal Gatacre te Stormberg verslagen had, hem niet opvolgde, heb ik nooit vernomen of begrepen.
Waarom generaal Schoeman te Colesberg met een groot leger bleef zitten was, omdat hij zijn land en volk verraden had, beruchte lafaard die hij was.
Al deze grove fouten schrijf ik toe - en ik hoop dat ik niet onbillijk ben - aan de volgende feiten:
1e. Omdat wijlen generaal Joubert niet de man was om zulk een groote onderneming te regelen en te leiden, daar hij nog te veel vastkleefde aan oude zeden en gebruiken en hij niet genoeg ijver en doortastendheid bezat;
2e. omdat bij het uitbreken van den oorlog generaals werden aangesteld door den Uitvoerenden Raad en niet door het departement van oorlog. Zoo werden b.v. drie leden van den Uitvoerenden Raad door dat lichaam zelf tot generaals benoemd. En wat was het gevolg?
Ten slotte, omdat bij het uitbreken van den oorlog in de meeste gevallen niet de gewenschte officieren aan het hoofd stonden. Als bewijs hiervan kan men niet beter doen dan verwijzen naar hetgeen er gebeurd is na de inname van Bloemfontein en Pretoria.
Het Britsche leger liet, zooals ik elders getracht heb aan te toonen, in Natal een schoone gelegenheid voorbijgaan om ons te verlammen, toen wij in wanorde van de Tugela en Ladysmith terugtrokken, en later weer bij onzen terugtocht van de Biggarsbergen naar Laingsnek. Lord Roberts liet een mooie kans glippen, toen de groote kommando's, die in de oostelijke deelen der Kaapkolonie onder generaals Lemmer, Grobler en Olivier waren, met bijkans duizend wagens uit de kolonie naar