Hoofdstuk XXII.
Het spoor van den misdadiger!
De persoon, die ‘De Groote Slok’ binnentrad, was ditmaal Arie Klapmuts, de waard zelf.
Jeanne bracht hem op de hoogte.
‘Hoe!’ riep hij uit, ‘zoekt men den graaf van Zwartburg? Met eigen oogen zag ik dezen binnengaan Paleisstraat 12, waar zijn minnares, zooals zijn liefhebberij-knecht, de zoo juist overleden Leendert, ons vaak vertelde, woont! Ik begeef mij thans met de gramofoon naar de politie! Gij zijt een braaf meisje!’