Hoofdstuk XV.
De gebochelde!
De dwerg, dien Jeanne Klapmuts op den drempel ontmoette, was in ‘De Groote Slok’ geen onbekende.
Goed van vertrouwen, vroeg zij hem raad.
‘Geef mij het papier!’ zei Jozef, de gebochelde, ‘ik ken den rechter particulier, en zal het hem brengen. Ik ga toch naar de stad!’
Bij zich zelf sprak hij echter: ‘Pas op, Nella! Ditmaal zult gij niet langer weigeren, mijn vrouw te worden! Reeds lang heb ik het oog gevestigd op uwe weelderige lokken! Gij zult een doeltreffende reclame zijn voor het haarmiddel, dat ik verkoop, Bobol genaamd.’
Kort na zijn vertrek werd een hard, scherp geluid vernomen, op straat.