soortige schuit vastgeklemd. Dit tuig zwaaide de strijdbijlen op een manier, die niets goeds beloofde!
Een oogenblik dacht zelfs Buffalo Bill dat het mis was!
Hij scheen aan de heidenen overgeleverd, temeer daar hij zich beslist met beide handen vast moest houden!
Zijn reuzen-behendigheid en schier bovenmenschelijke kracht zegevierden echter toch nog.
‘Kom, kom, Billy! hoe heb ik het met je?’ had de meester-verkenner zich zelf toegebulderd met een stem, die boven het oorverdoovend geraas van den storm uitklonk. ‘Je hebt toch nog een paar beenen, vriendjelief!’
Op den rug liggend, hield hij zich met beide handen vast aan den stam, die bliksemsnel werd meegesleurd door den stroom. En met de onderdanen weerde hij de slagen der drie dichtstbijzijnde wilden af, tot deze, bek-af, terug vielen en tegen de rotsen om zeep gingen.
Doch de vierde, Cop-Pi-Craw, de hoofdman, had op een verraderlijke manier een lasso om Buffalo Bill's knieën geworpen, en stijf toegetrokken. Een echte schunnige streek à la Tejon!
De tot nog toe gevolgde vechtwijze ging dus ook al niet meer op! Schop eens, als men uw knieën stevig aan elkaar vastjort!
Maar onze kraan wist ook hier wat op!
Reeds suisde de strijdbijl boven zijn hoofd....
Daar omknelden de zware laarzen van Buffalo Bill de keel van den schoelje en knepen hem den strot toe. Het was bepaald een éénig gezicht zooals het leven uit het roode individu werd geperst!
De bruine fielt werd blauw.... paars.... purper....