71
Doorn 30-12-'43
Beste Theun,
In verband met de vraag in je brief schrijf ik je dadelijk maar weer terug. In principe wil
ik de lezingen graag ‘ter bestudeering’ afstaan. Alleen zou ik dan moeten wachten tot ik de
copy uit Gestel terug heb. Deze copy gaat binnenkort naar de uitgever.
De cahiers zijn onleesbaar, - daar heb jij eenige ervaring van. Dus nog even wachten. Alle
verbeteringen kan ik in die copy niet opnieuw aanbrengen; dus zou ik wel willen, dat jij de
heeren, eventueel onder overlegging van mijn brief, even inlichtte over de correcties die nog
aan te brengen zijn, speciaal wat betreft de ‘3 socialismen’.
Ik ben nu door 't sociale type heen en heb veel verbeterd en alles geschrapt wat niet
heelemaal te verantwoorden was, t.w. de kwestie van de ‘vader-zoon-mythe’ en van de
oorlogspsychologie. Ook heb ik enkele ironische opmerkingen verzacht, die mij gedeeltelijk óok
in de pen gegeven waren door mijn verlangen de censuur te ontloopen en de menschen in Gestel
geen last te bezorgen.
Ja, Karel de Groote is geen beste reclame voor 't Christendom, - ik noem hem ook ergens, in
verband met de beroemde Saksers. Overigens geloof ik niet, dat men een cultuur aan zijn
onvolmaakte beginstadia mag afmeten, en dan nogal in vergelijking met een cultuur, die juist
tot volle wasdom gekomen was, zooals de Arabische! De aanvangsstadia zijn altijd vlegeljaren; wij beoordeelen de Grieksche kunst toch ook niet naar de Myceensche
potjes en pannetjes en die rare vrouwen met wespentailles? Wanneer men de hoogtepunten van de
Chr. beschaving neemt: middeleeuwsche mystiek en scholastiek, - barok, - Puritanisme in
Engeland, - en nog zoo enkele perioden, geloof ik niet, dat in haar soort de
Chr. beschaving bij die andere ten achter staat. Men kan natuurlijk zeggen, dat 't soort niet
deugt ... Dat de invloed v. Mohamm. en Grieksch-Romeinsche cultuur steeds aan te toonen blijft,
vind ik geen argument: dit is onvermijdelijk, omdat de Chr. beschaving later
kwam; men zou haar even goed van botheid en een gemis aan vitaliteit en aanpassingsvermogen
kunnen beschuldigen, indien zij die invloeden niet ondergaan had. Dit alles
neemt niet weg, dat het mij een goed werk lijkt de ‘vlegeljaren’ aan een onbarmhartig critisch
onderzoek te onderwerpen. Niets is zoo erg als wanneer de Christenen te veel praats krijgen ...