Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries
(1968)–Simon Vestdijk– Auteursrechtelijk beschermd63Doorn 10-9-'43 Beste Theun, Je brief + briefje bereikten mij in geboeide stemming door het internationale gebeuren, en nog grootere geboeidheid door mijn lezingen over de toekomst der religie, waarmee ik dan toch maar begonnen ben, indachtig aan die dialogen over de tijd, die ik óok schreef in een periode van inzinking. De verveling en gedesoeuvreerdheid (al was ik de heele dag bezig) werden te groot. Bovendien is men in Gestel er zeer op gesteld (een gehoor van een kleine 15 man, waaronder ook vrijzinnige theologen, zelfs een hooggeleerde, - dat ik dus geen onjuistheden debiteere, alle goden van het Christ. en Ind. pantheon staan mij bij!) Vandaar dit keer een iets korter brief. Allereerst de zaken. Zoek voor die novellen een ander! Ik doe die dingen niet meer (tenzij door geldnood gedreven, maar daar is voorloopig geen sprake van; mijn Duitsche vertalingen leveren me griezelig veel op); de NeveGa naar voetnoot120 weet daar trouwens van. Leg maar de nadruk op mijn gezondheid; want ik wil die relaties natuurlijk niet afsnijden. Ik stuurde je Gestelsche Liederen , minus die Madonna-sonnetten, die je later krijgt. Je kunt dit wel een week of 3 houden. Hans CantéGa naar voetnoot121 kwam de Laars halen; ik zag haar nog even; zij is rijper en vrouwelijker geworden, kwam mij voor. Ans slaat nog enkele blikken in Urukagina; maar zij heeft weinig tijd voor lezen, en zal het boek eerstdaags naar Fré brengen. Er worden hier allerlei huizen gevorderd; voorloopig alleen nog groote, met centrale verwarming; maar men kan nooit weten, en ik denk er hard over om mij bij voorbaat veilig te stellen door mijn oud en beproefd chantagemiddel te baat te nemen, waaraan ik ook te danken heb, dat ik mijn lezingen door een ander moet laten voorlezen: nl. de vertalingen voornoemd! Daar is veel mee te beginnen, en hoewel ik van nature geen intrigant ben, heeft de harde noodzaak mij een en ander geleerd ... Als ik jou was, zou ik die purificatie van je stijl zeker niet forceeren. Een fraaie, verzorgde stijl (zooals b.v. in die Shakespeare-novelle in Het Meisje ) kan zeer op zijn plaats zijn. Maar ik kan mij voorstellen, dat je voor die roman over '48Ga naar voetnoot122 | |
[pagina 104]
| |
een andere schrijftrant prefereert ... Wat je over de H. SynodeGa naar voetnoot123 schreef, is zeer interessant; ik wist er niets van! Behalve de motieven die jij noemde kan men ook hieraan denken: St.[alin] moet: ‘salonfähig’ gemaakt worden vóor hij de beide andere heeren ontmoet! Het is in alle opzichten ‘wijze’ politiek, met dit eene nadeel, dat men nu weer voor onbepaalde tijd met de popes zit opgescheept. Ik voel hier precies even weinig voor als jij, misschien nog meer uit afkeer van reactie en traditie en terugzetten van klokken, dan uit afkeer van een algemeen beleden religie als zoodanig. Als St. eerst alle popes tot het Boeddhisme had bekeerd of tot de religie van Quetzalcoatl, waarover de goede Lawrence in The plumed Serpent zoo heerlijk daast, zou ik dat veel sympathieker hebben gevonden. Intusschen zal ik ook in die lezingen met dit nieuwe aspect rekening houden. De motieven zijn natuurlijk zuiver politiek, maar het is maar de vraag hoe de zaak zich realiter ontwikkelen zal. Dat het Russ. volk (op een partijkern na) altijd godsdienstig gebleven is, wordt door deze merkwaardige maatregel wel bevestigd, dunkt mij. Enfin, voorloopig trekt het leegloopen van de laarsGa naar voetnoot124 (niet jouw laars) meer de aandacht ... Houd je taai! Hart. gr. van ons beiden, je Simon. |
|