Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries
(1968)–Simon Vestdijk– Auteursrechtelijk beschermd52Doorn 28-2-'43 Beste kerel, Ik kan je mededeelen, dat ik ontslagen ben en sinds Vrijdag weer in mijn geliefde Doorn vertoef; na verschillende emotioneerende avonturen, o.a. een verblijf van een maand in Scheveningen. We hopen je eens te zien, maar wacht hier nog even mee. Het dreigt hier storm te loopen, en ik heb eenige behoefte aan rust en inkeer, zooals dat heet. Schrijf mij echter dadelijk terug! Aangezien je het uit andere bronnen wel zult hooren, vind ik het beter je nu reeds mee te deelen, dat ik mij voor het letterengilde opgegeven heb.Ga naar voetnoot102 Ik ben niet geheel vrij alle bijomstandigheden te vermelden, maar je zult mij wel willen gelooven, wanneer ik zeg, dat ik, menschelijk gesproken, geen andere keus had. Het is vervelend, maar voor mijzelf acht ik deze stap volkomen verantwoord. Spreek hier niet met anderen over, als je wilt; maar mochten je bepaalde geruchten ter oore komen, dan weet je welke houding hier tegenover aan te nemen. Zoo is er dan een eind gekomen aan het in zoo veel opzichten onvergetelijke verblijf in het seminarium! Ik zal steeds een zeker heimwee blijven houden naar dit leven in een besloten ‘mannengemeenschap’. Er is veel van een kloosterling in mij, naar ik ontdekt heb, - met behoud van alle cynisme en joie de vivre natuurlijk. Maar wél vreemd hoe een sfeer je beïnvloeden kan: van de poëzie die ik in het kamp schreef, - met elkaar 300 bladzijden, naar ik tot mijn schaamte bekennen moet, - is ongeveer de helft gewijd aan een middeleeuwsch, half legen- | |
[pagina 64]
| |
[pagina 65]
| |
[pagina 66]
| |
[pagina 67]
| |
darisch onderwerp, dat ik zelf het beste vind, dat ik ooit schreef; een reeks van 150 sonnetten, getiteld Madonna met de Valken . Enfin, dat krijg je allemaal wel te zien, als je hier komt. En hoe gaat het met jou en met de productie? Ik vind het erg aardig, dat je Ans af en toe hebt opgezocht. Van Tricht schreef ik, dat ik aan een essay over LeonardoGa naar voetnoot103 niet denken kan. Hij is niet de eenige uitgever, die ik ‘afschreef’. Ik ga mij veel meer dan vroeger op mijn eigenlijke scheppende werk concentreeren, of anders gezegd: ik ga het een beetje kalmer aan doen! Ook al om gezondheidsredenen: ik voel mij tien jaar ouder geworden, en het is mij aan te zien. Door de gildekwestie is het bovendien raadzaam dat ik mij een beetje op de achtergrond houd. Misschien is dit overdreven, maar ik voel het nu eenmaal zoo. Ik vergat Van Tricht nog te schrijven, dat hij desgewenscht op de uitgave van mijn Essays in duodecimo (ook gedeeltelijk in Gestel geschreven) rekenen kan. Schrijf jij hem dat bij gelegenheid? Ik heb ook een serie lezingen over poëzie geschreven,Ga naar voetnoot104 - en gedeeltelijk gehouden, - die tezamen een behoorlijk boek vormen; maar voor zíjn fonds lijkt mij het minder ‘speciale’ en vakkundige Essays in Duod. te verkiezen. Ik ben trouwens van plan hier andere deelen op te laten volgen; het korte essay, over de meest uiteenloopende onderwerpen, zonder ‘voorstudies’ en met een zekere dilettantische losheid, trekt mij buitengewoon aan, ook al als tegengift tegen mijn eigen neiging tot wijdloopige degelijkheid. Mondeling dus meer! Hart. gr., ook van Ans, en sterkte in deze beroerde tijden, van je Simon |
|