Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries
(1968)–Simon Vestdijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |
44[GROOT NEDERLAND] Doorn 27-1-'42 Beste Theun, Dank voor je goed oordeel over Aktaion. Ik vind het alleen jammer, dat je je tot vergelijkingen met je eigen historische werk hebt laten verleiden; de grootheden lijken mij nogal incommensurabel; het uitgangspunt is totaal anders! Ik vermoed, dat een historicus weer meer behagen zal scheppen in jóuw roman. Bovendien is Aktaion als procédé uitermate gevaarlijk, zoodat ik het wsch. niet voor een tweede keer op deze semi-mythologische wijze zal probeeren; of misschien jaren later. In den Ierschen roman zal ik trachten de lichte behandeling van Aktaion te combineeren met een werkelijkheidsbasis als in Rumeiland , - zooiets moet het tenminste worden ... Je besluit om, kortweg, een baantje te zoeken kan ik wel begrijpen. Ik zou het alleen betreuren, als het je tijd zoo volledig in beslag nam, dat het schrijven er heelemaal bij inschoot. Je zou eigenlijk iets moeten hebben voor halve dagen; maar waar dit te vinden? Je tabaksdoos + inhoud is onder veilige hoede! Verleden week Woensdag was ik nog even bij je, - zonder doos, want het plan kwam plotseling op, - maar je was niet thuis, en kwam pas 's avonds terug, volgens de gedienstige. Ik schrijf het je maar even, voor het geval je je soms ongerust maakte over dit bezoek van een onbekende! De gecensureerde stukken in den essaybundel van StolsGa naar voetnoot81 moesten vervangen worden, en daar mijn voorraad boekbesprekingen niet erg groot meer was, was ik wel genoodzaakt ook de twee critieken over de Wiardakroniek op te nemen. Eigenlijk had ik ze liever willen laten liggen, vooral omdat zij, né de Tegels , geen juist beeld meer geven van mijn schatting van je werk; maar, met enkele veranderingen, zijn ze toch wel te verantwoorden, en ik heb in een noot op de Tegels gewezen. Bundeling van dgl. stukken heeft trouwens vaak het nadeel een figuur onvolledig te belichten. Zoo ontbreekt, na een aantal bewonderende besprekingen, een verantwoording van Apollyon ; het omgekeerde geval, ongeveer tenminste, want ik taxeer de Wiarda boeken altijd nog wel enkele graden hooger dan het Starnmeerboek ... En Heine mocht ik niet noemen, en Ewers en Kafka niet, en Joyce ook niet. Men heeft duidelijk het gevoel weer op een kakschooltje te zitten; maar het aardige is, dat de meesters zich zoo onsterfelijk belachelijk maken, en dat is ook wat waard. Ik zou de censuur geloof ik niet eens willen missen, gegeven nu eenmaal deze tijdsomstandigheden. Zag je De Schouw ?Ga naar voetnoot82 Tot ziens, en hart. gr. van ons beiden. Simon. |
|