Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries
(1968)–Simon Vestdijk– Auteursrechtelijk beschermd35Doorn 15-10 [1941] Beste Theun, Bedankt voor je langen brief en de toezending van Powys. Met mij gaat het wel iets beter, althans met den maag, maar de heele geschiedenis heeft me nogal aangepakt, zoodat ik nog lang niet de oude ben. Overigens besteed ik een gedeelte van de vier uur, die ik per dag op ben, aan het schrijven, of beter tikken, van een soort wijsgeerigen dialoog over den tijd, waar ik allang mee rondliep (het Proustessay, dat nergens op uitgeloopen is, gaf er aanleiding toe), en dat, later | |
[pagina 40]
| |
uitgewerkt, misschien iets toonbaars kan worden, ik weet het nog niet. Niets doen is nu eenmaal niet mijn fort, en het geeft wat afleiding. Apollyon Ga naar voetnoot63 was ook voor mij een enorme deceptie! Ik heb het niet uit kunnen lezen. Ik vind dit des te onaangenamer, omdat ik van Bordewijks andere werk altijd een groot bewonderaar ben geweest, en min of meer een supporter; maar deze mislukking pleit m.i. toch ook niet tegen dit andere werk. God weet, heeft de man een hersentumor, net als Ewijck!!! Het is van een beklemmende infantiliteit. Overigens zie ik hier meer het toegeven aan bepaalde ‘collectieve’ eischen van het publiek in dan éen van de laatste stuiptrekkingen der bourgeoisie, - maar ik geef toe, dat het eene moeilijk van het andere te scheiden zal zijn! Alles met alles krijgt achteraf Ter Braak nog gelijk, die Bordewijk, ná Bint althans, altijd gewantrouwd heeft. De Korenharp vond ik daarentegen heel merkwaardig, en hier en daar prachtig; waarschijnlijk vroeger geschreven dan Apollyon ... Wat je over de qualiteiten van ons volk schreef, kan ik volmondig onderschrijven (behalve, dat Oranje en ‘het wedden op Engeland’ m.i. nog steeds dezelfde groote rol speelt bij de huidige moreele prestaties! Dit valt moeilijk te ontkennen). Maar of je uit deze qualiteiten van den stoeren Calvinist een bloeiende toekomst voor onze literatuur mag afleiden, wanneer alles ‘over’ zal zijn, waag ik toch te betwijfelen. Deze stoerheid en karaktervastheid en de stompzinnige gezapigheid, die geen werkelijke literaire kunst gedoogt, zijn naar mijn meening twee kanten van dezelfde zaak; maar ik kan me vergissen, en hoop dit zelfs. Inmiddels dank ik je voor je opbeurende woorden, mijn eigen geschriften betreffende. We zullen maar afwachten. Ik ben bang voor de middelmatigheid, die het talent niet aan het woord wil laten komen, in iederen vorm, en ik ben ernstig bevreesd, dat de Hollander deze vormen van wanbegrip zoo maar uit zijn mouw schudt, in een liberalistische, nationaal-socialistische, communistische of Amerikanistische maatschappij, om het even. De Helman's, de Donkersloot's en de Lasten winnen het toch op den duur, wanneer er iets ‘geregeld’ moet worden; maak je geen illusies. Alleen dragen ze dan andere namen. Maar er ligt misschien een levensopgave in zich organisatorisch met deze heeren te meten (het is in dieperen zin waarschijnlijk zelfs ‘noodzakelijk’), en ik wil je dan ook allerminst ontmoedigen. Er zit hier trouwens nog iets anders aan vast, en dat is het probleem, of de geheele kunst, en zeker de literatuur, niet tijdelijk, d.w.z. voor een eeuw of wat, van het tooneel verdwijnen zal, zoowel door economische als door cultureele oorzaken. Vgl. het Christendom, dat pas na duizend jaar eenige behoorlijke kunst produceerde, en pas in de Renaissance een literatuur, die eenigszins vergelijkbaar was met de prestaties der antieken. Ik ben overigens geen Spengleriaan; maar mijn inzichten in dezen zijn eenigszins door de astrologie beïnvloed. Iedere tweeduizend jaar een nieuwe ‘cultuur’, - dan treedt de zon namelijk in een nieuw sterrenbeeld! - de Christelijke was de Visschen-cultuur; tegenwoordig zijn wij aan | |
[pagina 41]
| |
den Waterman toe (Aquarius), en het is b.v. wel aardig, dat de Waterman van alle twaalf teekens de meeste ‘collectivistische’ tendenzen vertoont. Het is natuurlijk maar een hoogere ‘Spielerei’, maar misschien zit er wat in, en jou, als specialist in de Chaldeeërs,Ga naar voetnoot64 zou het wellicht kunnen interesseeren ... Verder weinig nieuws, hè? Alles is hangende, en we kunnen alleen maar hopen, dat wij zelf niet onder dit ‘hangen’ begrepen zullen raken! Werk je nog wat? Nieuws over de gilden en aanverwante zaken heb ik niet meer gehoord; maar ik spreek dan ook niemand. Met hartelijke groeten van ons beiden, je Simon |
|