Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries
(1968)–Simon Vestdijk– Auteursrechtelijk beschermd33Doorn 23-9-'41 Beste Theun, Je adres heeft nu werkelijk een heel gemakkelijken klank;Ga naar voetnoot58 er behoeft nauwelijks nog getjallingd te worden! Wat mij betreft, erg best gaat het nog niet, en het zal ook nog wel eenigen tijd duren. Het is vervloekt onaangenaam, met mijn ‘actieve natuur’ zullen we maar zeggen, maar deze historie moet mij dan maar eens passiviteit leeren, en ik ben trouwens niet de eenige. Ik vind het prettiger, dat je komt, wanneer ik weer heelemaal beter ben; ik ontvang trouwens niemand. Het spreekt vanzelf, dat deze toestand ook ‘geestelijk’ zijn weerslag heeft; ik ben geneigd alles in een duister licht te zien, mij aan sombere, meer of minder slecht gefundeerde voorspellingen te buiten te gaan, en het komt mij voor, dat jij in jouw omstandigheden die wel missen kan! Maar als je me af en toe eens schrijft, zal ik dat bijzonder prettig vinden. | |
[pagina 38]
| |
Het boekGa naar voetnoot59 krijg je zeer binnenkort. Ik zal je mijn eigen exemplaar sturen (geheel nieuw), want ik heb geen zin nu naar den uitgever te schrijven. Dat komt dan later wel in orde. Trouwens, er zijn meer van mijn boeken, waar ik zelf geen exemplaar van heb; eventueel moet ik dan bij Ans, of bij mijn vader leentje buur spelen! Ik wil alleen maar zeggen: geneer je nergens over. En als je je tóch geneert, - ik weet hoe dat gaat, - mag je me te gelegenertijd eens een exemplaar van Stiefmoeder Aarde sturen, dat ik indertijd met een verhuizing ben kwijtgeraakt; maar het mag je niets kosten! Ik denk wel, dat vriend Van Tricht dit doen wil. Ik lees momenteel Tod in Venedig. Meesterlijk, maar aan de pompeuze stijl moet men toch wel erg wennen. Maar de détails zijn prachtig. Wat doe jij momenteel? Is Schimmelpenninck al klaar? Wij zouden in dezen tijd eigenlijk heel eenvoudige dingen moeten schrijven; meditaties, zoo uit het onderbewuste opgeweld; nederige notities van in een hoek gedrukte kleine luyden. Zoo iets als schrijven om het schrijven een poos te vergeten. Ik heb zeer vage plannen in die richting; maar tegen dat ik beter ben, zal het waarschijnlijk iets heel anders worden. Toch zal ik op een of andere manier tot een vereenvoudiging dienen te komen; ik bedoel nu niet zoozeer wat stijl of visie betreft, maar wat de vele plannen aangaat, waaraan ik het laatste half jaar al te breidelloos heb toegegeven, uitsluitend om niet aan de rotzooi te hoeven denken. Dit is een gevaarlijke weg, maar ik maak mij sterk, dat de meesten van de collega's wel onder dergelijke strubbelingen te lijden hebben. Coolen, die een heelen tijd niet heeft kunnen schrijven, schijnt weer aan het werk te zijn, met den moed der wanhoop waarschijnlijk. Sommige verhalen, hem betreffend, zijn heel mooi, - niet ironisch bedoeld! - but the rest is silence. Stuiveling in het Gooi kán lastig zijn, inderdaad, - ik ken hem niet persoonlijk, maar het genus is niet zoo best. Dit zijn nu onze vrienden, maar God beware je voor de heeren in normale tijden. Ik spreek hier als ingekankerd en nederig (zie boven) individualist; maar het komt mij voor, dat ook jij dit bent, in den grond. Maar dit is een onafzienbaar onderwerp, en het is niet als uitdaging bedoeld, hoor! Trouwens, ook in het individualisme bestaan nog talrijke graduaties, gelukkig maar. Hartelijke groeten, ook van Ans, die mij voorbeeldig verzorgt, je |
|