Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries

3 [briefkaart]

Doorn 8-2-'40

Zeer Geachte Hee De Vries,

Eerst over uw novelle,⁷ waarover ik u eigenlijk al vroeger had willen schrijven. Ik kreeg hem van Van Nijlen toegestuurd, die er tegen was. Hoewel ik hem niet tot uw beste werk vond behooren, was ik er toch vóor; maar nu moest hij naar Z.A., om door Gr[eshoff] behandeld te worden! Misschien kunt u eens een gracht verder, bij Holkema en Warendorf, informeeren hoe het ermee staat. De kans, dat hij alsnog aangenomen wordt, is niet zoo gering, daar ik op de envelop, ondanks voorbehoud, een aanbeveling had gezet. Achteraf gezien was 't beter geweest, wanneer ik mij in dit geval met v. N. had verstaan; dat kan men wel even doen, bij wijze van uitzondering.

Wat H.f. betreft, hiervan heb ik hier alleen het oorspronkelijke M.S., in cahier(s); daar heeft u dus niets aan. En overgetikt wordt ten dezen huize al zoo verschrikkelijk veel. Ook vrees ik, dat de Russen momenteel, in den eersten tijd nog, heel veel andere zaken aan 't hoofd hebben.

Enfin, ziet u maar eens.

Vr. gr., uw
S. Vestdijk

Parklaan 6 Doorn

7 Daar ik indertijd weinig of geen novellen schreef, vermoed ik dat het een romanfragment betreft, waarschijnlijk uit Wilde lantaarns .

[p. 11]

Stofomslag, ontworpen door R. Snapper