een jongetje, later een held, kortom een nieuwe Polites, die op zijn omzwervingen in Temesa komt, daar een meisje aanrandt, en door de bevolking wordt gestenigd. Daarna alles hetzelfde, alles, alles, getrouwe weerspiegeling in de kringloop van het heldendom, - totdat eindelijk een jonge vuistvechter uit Lokroi en een roodharige priester, die de eer van zijn dochter wreekt, een einde maken ook weer aan deze tweede periode. Zou dit niet kunnen? Tot zo lang moet het verhaal over de Held van Temesa worden opgeschort.
Men zegt wel, dat zelfs de bedelaars en de honden hun Erinyen hebben, en daar ik nooit een gewetenloos man ben geweest, zou de lezer wel eens willen weten hoe ik het er als moordenaar van Euthymos heb afgebracht, of het in mij knaagde en in mijn dromen spookte, en of ik iets gedaan heb om mij van deze schuld te zuiveren, en misschien wel naar Delphi ben gegaan, nadat het de Perzen te boven was gekomen. Het is misschien teleurstellend voor deze of gene, maar mijn antwoord komt neer op een overtuigd neen, - niets, - nooit. Een zekere angst voor Lokroi, dat reeds enkele malen aangekondigd heeft Temesa op Kroton te zullen veroveren, is het enige dat aan schuldbesef zou kunnen doen geloven, ware het niet dat ingekankerde afkeer van de bewoners van die stad een veel aannemelijker verklaring biedt. Komen zij ooit hier, dan trek ik met Mekionike weg, naar Syrakuse, waar mijn voortvarende broer en zijn kinderen nog steeds naar ons verlangen. Dan word ik een balling op mijn oude dag. Maar aan Euthymos zal ik dan evenmin denken als op het ogenblik nadat ik dit heb neergeschreven. Ik hoop, dat hij een ongemakkelijk leven heeft in de onderwereld, en dat er niet veel van zijn soort meer op aarde zullen verschijnen.
Neen, dan is mijn schuldgevoel tegenover Mekionike, omdat ik haar aan schande en vernedering blootstelde, veel ingrijpender. Het is goed afgelopen, maar het had ook anders kunnen zijn. Maar nu ik alles naar mijn beste weten heb opgeschreven, ben ik mij toch wel bewust van een geheel andere drijfveer dan een wraakzucht, die vermoedelijk ook zonder haar hulp te bevredigen was geweest. Het is zeer wel mogelijk, dat ik handelde zoals ik gedaan heb om haar op de proef te stellen. Haar gevoelens voor Euthymos, haar gevoelens voor mijzelf, zou ik ze zonder het bloedbad in het heroön ooit te weten zijn gekomen? En het mag