om iets te verzinnen. Ik krijg van Temesa geen geldelijke beloning, en zou die ook niet willen hebben zo ik het verdiend had, - zo'n stad van domoren.’
‘Daar kunt u mij ook onder rekenen, want ik begrijp er niets van. Wat is het verband tussen mijn opstaan van het rustbed en de onschadelijkheid van de Held?’
‘O, u bent slim genoeg, Plexippos, maar nu houdt u zich van de domme. Het verband is, dat u altijd de Held bent geweest, de laatste vijftien jaar.’ - Langzaam draaide hij zijn gelaat naar mij toe, en ik zag het afgodachtig staren in zijn ogen, dat geen loeren was, en nauwelijks gadeslaan. - ‘Misschien ging het vroeger ook zo toe, misschien waren alle priesters wel slaapwandelaars... Nu was ik van te voren op zo iets voorbereid, al had ik niet verwacht, dat Polites weg zou blijven. Ze hadden mij gezegd, dat sinds u priester geworden was, de meisjes weer gewurgd werden.’
‘Had Krokinas u dat verteld?’
‘Er zijn er meer dan Krokinas. Ze hebben u nooit willen verraden, maar na vandaag zullen ze wel minder bang voor u zijn.’
‘Krokinas moet u dan ook verteld hebben, dat vóor mijn tijd op aanstichten van mijn voorganger de meisjes vergiftigd werden. Dat deed Krokinas zelf. Het is alleen maar begrijpelijk, dat toen dit gestaakt werd, de Held de offers weer ging wurgen.’
‘Dat weet ik niet. We vinden verschillende dingen begrijpelijk, schijnt het. De Held is er nooit geweest, Plexippos, - zo denk ik erover. Of alleen in het begin, toen het nog eerlijk toeging. En wanneer iemand u zou aanklagen, dan is het wurgen niet eens het ergste.’
‘Aanklagen? Wie zou mij aanklagen?’
‘Vraagt u liever: wie zou mij veroordelen. Heel Temesa zou dit doen, Plexippos. Gestenigd zou u niet meer worden, maar er zijn andere straffen. Vijftien meisjes gewurgd, van wie zes van de eerste families: dat is erger dan twee meisjes verleiden, die graag verleid wilden worden.’
‘Hoor eens, Euthymos,’ zei ik op strenge toon, ‘u spreekt niet als een vuistvechter, maar als een afdreiger, en geen slimme. Mocht ú zich met die aanklacht willen belasten, dan zou u ook uw leugens moeten bekennen, en wat zal Temesa dan zeggen?’
‘Wat Temesa zegt laat mij onverschillig, Plexippos. Over enkele dagen ben ik in Lokroi. Maar het is ook niet waar wat u zegt.