In het kamertje liet Krokinas mijn arm niet los, en hij bracht zijn gezicht dicht bij het mijne. Hij sprak zo zacht mogelijk.
‘Ik moet u iets zeggen, vader. Ik heb met een der beambten gesproken, en ik ben geschrokken. Men schijnt ontdekt te hebben, dat het offer verkracht is.’
‘Wie heeft dit ontdekt?’
‘De stedelijke beambten, vader, of éen van hen. Toevallig, schijnt het. Naar wat ik ervan begrijp, hebben zij haar niet onderzocht, maar het bleek uit tekenen op de kleren. Ik heb hun op het hart gedrukt er met niemand over te spreken, vader. Daarmee meende ik in uw geest te handelen.’
‘Betrekkelijk,’ zei ik schouderophalend, ‘de beambten mogen nergens over spreken, er is geen reden om op dit punt de nadruk te leggen. Er is ook geen reden om zo bang te zijn, Krokinas. Er is vroeger herhaaldelijk sprake van geweest, dat de meisjes verkracht werden.’
‘Ja, vader...’
‘Wanneer je de geschiedenis van de Held zou kennen zoals ik die ken, zou je dat alleen maar begrijpelijk vinden. Dat hij zich jarenlang, naar men zegt sinds de 21e Olympiade, van verkrachten heeft onthouden, kan uit vrije wil zijn geschied, of omdat de offers even te voren al gestorven waren, door die drank van jou, en door die van je voorgangers. Sinds mijn aanstelling is hij, naar het schijnt, weer met wurgen begonnen. Wat maakt het voor verschil? Voor het meisje niet in ieder geval. Wij behoren ervan uit te gaan, dat de Held hier in Temesa gestenigd is, omdat hij een meisje had aangerand. Van verkrachten is niets bekend, maar geen geleerde twijfelt eraan, of dit was zijn bedoeling. Het verkrachten van nu, of van vroeger reeds, is niets anders dan de voortzetting van een eenmaal begonnen handeling. In bepaalde opzichten zijn schimmen geen hogere wezens, Krokinas, zoals je misschien zou denken, maar eenvoudig de weerspiegeling van wat zij waren op aarde. Lees de Odyssee er maar op na. Een gestorven timmerman timmert in de Hades, en was hij bij zijn leven een onhandige timmerman, dan slaat hij met de hamer op zijn vinger. Orion jaagt daar nog steeds, Achilles trekt ten strijde of zit in zijn tent. Het lijkt mij verkeerd te menen, dat de Held wraak op ons neemt, of op de meisjes. Hij doet wat hij doen móet. Hij weet misschien niet eens, dat wij zijn schim willen verzoenen, en