Gestelsche liederen
(1949)–Simon Vestdijk– Auteursrecht onbekend
[pagina 97]
| |
Demeter's klachtaant.Domme godin van 't weerkeerend seizoen
Der feestelijk herboren korenaren,
Waarom toch vreest gij voor de doodsgevaren,
Die u in ied're oogstmaand sidd'ren doen
Om uwe dochter, die Hades ten zoen
U wel ontroofd wordt, maar om u te sparen
Ook steeds wordt weergegeven aan de haren,
Nog even blond en bloeiend, nu als toen?
‘Ik leef niet in een overzicht der jaren,
Ik leef niet in een oordeel van 't seizoen,
Ik ben een vrouw, en kan geen toekomst baren
Uit een verleden vol van lentegroen,
En de minuut, dat zij is heengevaren,
Zal voor een eeuwigheid niet onderdoen.’
|
|