De vrouw en het nationaalsocialisme
(1937)–Hilda Verwey-Jonker– Auteursrecht onbekendII. Hoe denken de vrouwen over het Nationaalsocialisme?Een uitgesproken of neergeschreven oordeel van vrouwen ten gunste van het nationaalsocialisme is even zeldzaam als een volledig en verantwoord nationaalsocialistisch oordeel over plaats en kansen van de vrouwen in de maatschappij. De vrouwen, die hebben gesproken, bleken | |
[pagina 20]
| |
voornamelijk tegenstandsters te zijnGa naar voetnoot1). Toch moeten de nationaalsocialistische bewegingen en het nationaalsocialistische regime duizenden geestdriftige aanhangsters gehad hebben en ook thans nog bezielen. Behalve in onbelangrijke krantjes en brochures hebben deze vrouwen zich echter niet geuit. Haar beweegredenen kennen wij dus nauwelijks: wij weten slechts iets van haar aantal. En dit geldt nog maar alleen voor Duitschland, waar, tenminste in een deel van het land, door middel van verschillend gekleurde stembiljetten de uitslagen voor mannen en vrouwen afzonderlijk werden geregistreerd. De ruimte ontbreekt om van deze cijfers een gedetailleerd overzicht te gevenGa naar voetnoot2). Tijdens de periode van 1928 tot 1933 was bij alle verkiezingen het percentage vrouwelijke Hitlerstemmen iets lager dan dat van de mannen (1932: 26.5% tegen 28.3%). De achterstand bij de vrouwen in enthousiasme voor Hitler is echter uitsluitend te danken aan de Katholieke districten: in Protestantse streken zijn devrouwendan alin de meerderheid. Uit het verloop van de cijfers in de opeenvolgende jaren blijkt, dat de vrouwen later tot het nationaal-socialisme kwamen dan de mannen: hun aantal neemt echter regelmatig toe - ook in de Katholieke distrikten: tussen 1928 en 1932 steeg het percentage van de vrouwen van het totaal aantal nationaal-socialistische stemmen in Keulen van 36% tot 46%. | |
[pagina 21]
| |
De geringe afwijking tussen mannen- en vrouwenstemmen voor de N.S.D.A.P. wijst er wel op, dat in de kringen, waar deze partij aanhang verwierf, vele vrouwen eenvoudig stemden zoals haar man,. Dit verschijnsel is in de middenstand het sterkst: arbeidersvrouwen zijn eerder zelfstandig en politiek mondig dan haar sexe-genoten, die een bontmantel en een schoolopleiding bezitten. Men kan ook dat aflezen uit de cijfers: altijd en overal ligt het aantal vrouwenstemmen van de kommunisten beduidend onder dat van de mannen: waar de man kommunist is stemt de vrouw blijkbaar regelmatig S.P.D. of Centrum. Het heeft echter de N.S.D.A.P. ook niet aan geestdriftige en zeer doelbewuste aanhangsters ontbroken. Wij kunnen deze vrouwelijke aanhang nog weer splitsen in twee groepen. In de eerste plaats was er reeds sinds het ontstaan van het Duitse nationaal-socialisme een kern van rechtsnationalistische vrouwen, die spoedig met Hitlers partij kontakt zochten: de ‘deutsche Frauenorden Rotes Hakenkreuz’ van Elsbeth Zander was een afsplitsing van de Königin Luise-Verein, waarvan de ex-kroonprinses beschermvrouw was. Deze verenigde vrouwen uit de adel, de oude ambtenaren- en legerkringen en zag in het nationaalsocialisme vooral de reactie: het streven naar vooroorlogse verhoudingen. Er is echter nog een andere groep van vrouwen tot het nationaal-socialisme gekomen. En het is deze kategorie wier oogmerken voor ons op het ogenblik het meest interessant zijn. Dit is de nieuwe aanwas: de vrouwen, die niet nationalistisch georiënteerd waren, die zelfs veelal demokratisch gestemd hadden, maar die nu toch gegrepen werden door de propaganda voor de N.S.D.A.P. Wij weten uit de cijfers, dat dit kiezeressen uit de oude burgerlijke partijen waren, leden van de middenstand, uit kringen van intellektuelen, boeren en winkeliers. | |
[pagina 22]
| |
Wat hun bewogen heeft, is zeker niet in de eerste plaats geweest de nauwkeurige bestudering van het nationaal-socialistische program. Men kiest een partij in het algemeen minder uit verstandsoverwegingen dan wel als gevolg van zijn temperament. En zeker geldt dit hier, in de eerste plaats omdat het vrouwen betreft, in de tweede plaats omdat het nationaalsocialisme bij uitstek op het temperament een beroep doet. De Duitse vrouwen hebben niet voor bepaalde programpunten gekozen. Zij dachten niet aan het militarisme en niet aan het anti-semitisme toen zij Hitler stemden: zij kozen voor een nieuw élan, zij stemden een leider. Zij lieten zich meeslepen door algemene beloften van maatschappelijke verbetering, zij hoopten, dat de eigen onmiddellijke nood zou worden gelenigd. Nood, die in krisistijd bij velen materiaal gebrek betekende, maar die toch voor tallozen, juist onder de Hitlerkiezers, niet anders was dan geestelijke nood: besef van eigen tekortkomingen en geestelijke onmacht. In het nationaalsocialisme zochten deze vrouwen in de eerste plaats de binding, de solidariteit. Het is geen toeval, dat Hitler naar verhouding minder Katholieke vrouwen trok: haar ontbreekt het niet aan binding. Andere groepen van vrouwen, vervreemd van de kerk, niet opgenomen in een maatschappelijke of religieuze idealistische beweging, vonden hier de vastheid, de normen, de levensvoorschriften, die zij nodig hadden. In de tweede plaats zochten zij bevrediging voor hun romantische verlangens. De moderne wereld is in werkelijkheid heel on-romantisch, maar in haar geestesuitingen ruimt ze een onevenredig grote plaats in aan de romantiek. Avond aan avond zien deze vrouwen en meisjes op het witte doek de meest verrassende en onwaarschijnlijke huwelijken tot stand komen. De werkelijkheid zegt: verdien je brood en | |
[pagina 23]
| |
wees blij als je voor je dertigste een nette boekhouder vindt. En dan komt er een beweging, die de grauwe werkelijkheid veracht, die de bestaande verhoudingen doorklieven, omverwerpen wil. Een beweging, die niet praat over geldverdienen en die de vrouwen de begeerlijkste rang: die van gelukkige moeder, geëerde huisvrouw verschaffen zal. Voor zeer veel meisjes is het nationaalsocialisme in deze zin een bevrijding geweest: het verloste hen van een vrijheid en een zelfstandigheid, die ze niet waardeerden, omdat zij het gemis ervan niet kenden. Het verloste hen ook van de krampachtige pogingen om zich ‘modern’ voor te doen. Al die jaren hadden zij getracht zich aan te passen aan de stelregels en voorschriften van het ‘moderne leven’. Zij rookten en dronken, als daarvoor de gelegenheid was, maquilleerden zich en zochten de vrije omvangsvormen tussen de geslachten. Niet uit vrije wil of overtuiging, maar omdat het goed stond. En hier kwam nu een beweging, die dat niet langer van hen eiste. Hier was een man, die hen het roken verbood! Tenslotte bracht het nationaal-socialisme een nieuwe instelling tegenover het gezin: het werd weer een eer om kinderen te krijgen! Talloze vrouwen hebben in de afgelopen jaren kinderbeperking toegepast. Ze waren wel overtuigd, dat het nodig was en ze begrepen de argumenten er voor wel. Maar eigenlijk heeft het hen verschikkelijk tegengestaan. Ook in dit opzicht is er een verschil in instelling tussen de arbeiders- en de middenstandsvrouw. De arbeidersvrouw wil geboortebeperking omdat zij zich zelf moet sparen en omdat zij de ekonomische verantwoordelijkheid voor het gezin draagt. De middenstandsvrouw zou eigenlijk wel kinderen willen, want ze heeft er tijd en kracht genoeg voor. Maar dáár is het de man, die de ekonomische verantwoordelijkheid heeft en van hem | |
[pagina 24]
| |
gaat daarom in den regel ook het initiatief van de geboortebeperking uit. Zo hebben vele onpolitieke vrouwen het nationaal-socialisme aanvaard, omdat het hun veroorloofde terug te keren in een denksfeer, waaraan zij nooit werkelijk waren ontgroeid. *** Met deze korte schets van mogelijke motieven is omtrent de houding van de Duitse vrouw ten aanzien van het nationaalsocialisme natuurlijk nog lang niet alles gezegd. Niet alle Duitse vrouwen hebben zich zo snel gewonnen gegeven. De arbeidsters en arbeidersvrouwen met name, waren niet nationaalsocialistisch en zij zijn het ook nu nog niet. Het nationaalsocialistische regime heeft ook met vrouwelijke tegenstanders moeten afrekenen: inverschillende concentratiekampen zijn afdelingen voor vrouwen, ook terechtstellingen van vrouwen vinden plaats. Bij deze vrouwelijke tegenstanders vindt men over het algemeen zuivere motieven en een grote consequentie: tot de eerste slachtoffers van het regime behoorde Toni Pfülff, sociaal-demokratisch lid van de Rijksdag, die zelfmoord prefereerde boven het verschijnen met haar fractie bij de openingszitting van de Rijksdag in het Operagebouw in Potsdam. In ‘Die Frau’, het blad van de feministen vindt men tot ver in 1933 moedige en gewetensvolle artikelen over de bedreigingen van het nationaal-socialisme voor de vrouwenarbeid en de positie van de vrouw in de staat. Het verzet uit deze kringen was echter niet specifiek vrouwelijk. Deze vrouwen ageerden op grond van haar demokratische of pacifistische overtuiging. Zij hebben daarbij argumenten gebruikt, die op vrouwen indruk moesten maken, omdat zij haar direkt betroffen. | |
[pagina 25]
| |
Het is ons nu achteraf wel duidelijk, dat de antifascistische propaganda, die zowel van de feministische als van de demokratische kringen uit ging, de vrouwen, die door het nationaalsocialisme werden aangetrokken, niet heeft bereikt. Waarschijnlijk is zij voor hen te ‘moeilijk’ geweest: drommen vrouwen lezen nooit een serieus blad, laat staan een politieke brochure of een intellektueel vrouwentijdschrift, zoals ‘Die Frau’. De propaganda van de socialistische partijen heeft zich altijd te veel gericht tot de arbeiders, die zoveel slechter toegankelijke middenstand is hen ontglipt. Zolang het nationaalsocialisme toekomstideaal was had het - door omvang, intensiteit en gebrek aan scrupules in zijn propagandamethoden - een wezenlijke voorsprong op alle andere partijen. Het is nu echter geen ideaal meer maar werkelijkheid. In het derde hoofdstuk zal daarom nog moeten worden onderzocht in hoeverre deze werkelijkheid het oordeel van de vrouwen - hun afkeer of wel hun geestdrift - gewijzigd heeft. *** Natuurlijk zijn er ook hier in Nederland onder de aanhang van de N.S.B. veel vrouwen, die eenvoudig hun man of verloofde zijn gevolgd. Naast hen staan de vrouwen, die zelf de N.S.B. als hun eigen politieke richting hebben gekozen. Ten dele natuurlijk op dezelfde gronden als de Duitse vrouwen en meisjes. Ten dele waarschijnlijk bewuster en minder als noodsprong. Men moet in aanmerking nemen, dat in Nederland in dezelfde maatschappelijke groepen, waaruit in beide landen de fascisten afkomstig zijn, de levensstandaard beduidend hoger is dan in Duitsland. Studenten, die naast hun studie beroepswerk moeten verrichten b.v. zijn hier uitzondering; in Duitsland waren er velen, een gevolg van de inflatie, die spaargelden en | |
[pagina 26]
| |
verzekeringen waardeloos maakte. Bovendien hebben de vrouwen in Nederland over het algemeen wel een politieke plaats, ook al hebben ze dan weinig belangstelling voor de politiek: Eens in de vier jaar schrijft hun de familietraditie of de kennissenkring wel een bepaalde lijst voor. Men kan het ook zo uitdrukken: In 't algemeen zijn hier de tegenkrachten machtiger dan in Duitsland (het Calvinisme, de demokratische traditie, en wellicht ook de beginselen van de vrouwenbeweging). Wanneer er dus hier een vrouw op Mussert stemt, dan zal haar dat allicht meer strijd hebben gekost, dan is er meer overtuiging en vastheid bij. |
|