Het zwaardjaar(1916)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Op de oorlogsgrens Duizende lijken, die de landen mesten, Tienduizenden die ziek en kreupel zijn, Veelhonderdduizend die in nood en pijn Hun dakloos dorp of platgebrande vesten Verlaten, 't zij beladen met de resten Van vroegre welvaart, of - nooddruftige trein - Met enkel 't lijf, rillend van 't koortsvenijn Waar vuil en honger de aadren mee verpesten, - Millioenen troostloos: vrouwen zonder man, Kinderen zonder ouders, en de dood Overal huivrend als een vale vogel, - Zóó is deze oorlog. Wie ontkomen kan, Bedreigd, of andren moordend, met de kogel, Ziet land van bloed, van vuur de hemel rood. Vorige Volgende