Het zichtbaar geheim(1915)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 157] [p. 157] Inkeer In mijn zondagrust opnieuw verbleven, 't Onberoerde midden van mijn rijk, Voel ik dankbaar aan het goede leven En aan de altijd eendre vreugde rijk. Winterboomen rekken als met armen, Regenvlagen striemen langs mijn ruit, Maar gedaanten die mijn hart verwarmen Gaan voor mijn verrukte blikken uit. Ik het kind was altijd in het zwijgen Van die wereld die geen ander wist, Ik de knaap was altijd in het hijgen Van die aandrift die de wereld mist, [pagina 158] [p. 158] Jongling was ik altijd in die daden Die de dwaasheid van de tijden zijn, Man genoot ik immer de genaden Die verzoenen met onze arme schijn. En opnieuw in zondagrust alleenig Weet ik dat een omloop is vervuld, En een eindloos leven, een en menig, Mij in zijn onspreekbre zorgen hult. Vorige Volgende