Het zichtbaar geheim(1915)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] De ledige [pagina 137] [p. 137] De ledige Verbaast ge u? - Mijn stem was klaar en helder. Geen van u allen had de vrijheid die mijn vers u leerde. Omdat ik u lachen deed En schreien, En trots stortte in uw hartklop en gebaren, Hadt gij mij lief. Daarna zag ik de wereld Opbloeien in de ruimte van mijn gepeinzen. Aan de wondere groei van elk eigen wezen Bond ik mijn gedachten, Zoodat mijn woorden [pagina 138] [p. 138] Niet langer schenen de klare rede Maar naar verborgen wet geworden Beeldende gestalten. Bewoog toen u allen niet Het spel van mijn adem, Zoodat gij zaagt En zocht te begrijpen, Kende en beminde mij? - Maar de Verborgene Die maakt en ontmaakt Verscheen me. Hij sloeg me, Hij greep me, Hij doordrong en doortrilde me. Ik was als een snaar In zijn handen, De dreuning Doorvoer en ontvoer me, Mij de bespeelde. Omdat ik een ziener werd Toen de klankgolvingen Gesluierde gedaanten Hieven en zwolgen, [pagina 139] [p. 139] Worstelde en kreet ik, Jubelde en wroegde, Tot overweldigd, Getemd en verteederd Ik in het licht dreef, En gij zaagt het aan die geraakt en dronken Mij woudt weerhouden. En nu verbaast ge u? - Want ik ben machtloos. Hij heeft mij verlaten, Hij heeft mij verbrijzeld, En ik kan niet zonder hem. Strek ik mijn armen dan? Neen, ik ben roerloos. Ik zie niet, ik luister niet, Ik draag mijn ellende. Ik weet dat hij heenging: De boog van zijn stormvlucht Was vuur en de vonken Sproeiden nog over mij. Nu zit ik in donker En ik spreek wel, [pagina 140] [p. 140] Maar zwaar van mijn ledigheid. Zwaar van mijn ledigheid Zijn nu de woorden Waarmee ik hem aanroep. Maar dat ik hem aanroep, Zwaar van mijn ledigheid, - O hoort nu, mijn kinderen - Dat is het laatste Wat hij mij gelaten heeft, Dat is het heerlijke Dat mij nu overbleef. Hoe ik hem aanroep - Hoort, o mijn kinderen -, Leeg en geen ziener meer, Blind en geen peinzer meer, Arm en geen vrije Maar slaaf van mijn ledigheid, Dat is het heerlijke Dat ik niet zwijgen kan, Schoon ge u verbaast. Vorige Volgende