De weg van het licht(1922)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] De Vogel In de oude boom fluisterde de Dryade. Een vogel, blauw en goud, streek neer in 't loof: Hij kwam door de ether, uit een ver vreemd land. ‘Hij leeft door mij, ik gaf hem de genade Dat hij nog groent. Hij kerkert me en is doof Voor 't fluistren achter die onduldbre wand.’ De vogel zei: ‘Ik kwam vandaag in 't reizen De zon voorbij: hij zond zijn stralen uit Van ster tot ster naar deze jeugdige aard, En wáár hij scheen, ontloken paradijzen, Gediert bewoog, kleur schoot in bloem en kruid: Hij enkel wekte 't groen in dit geblaart.’ Vorige Volgende