Van het leven
(1889)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend
[pagina 53]
| |
VI. | |
[pagina 55]
| |
Ik hoop dat niemand dit nu Kunst zal noemen.
Ik die 't kan weten, zeg u dat 't niet waar is.
't Is wat ik lijd en denk tot de tijd daar is,
Dat ik alleén zal in de Schoonheid roemen.
't Is wat 'k me als kind zoo dol-graag wou verbloemen
Dat was: leed, wijsheid, stil-zijn, al wat zwaar is
Te zeggen, wat te zwijgen een gevaar is
Voor wie, om 't leed, het Leven mocht verdoemen.
Dit is de Waarheid. Al de besten zochten
Haar in zichzelf, in boeken, bij de menschen.
In boeken, menschen, zelf, heb 'k Haar gevonden.
't Is een klein boekje en 't rijmt. Gij zult uw monden
Wennen 't te spreken en uw mensche-wenschen
Zullen 't Geluk zien. 'k Heb 't voor elk bevochten.
|
|