Persephone en andere gedichten(1885)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Spooknacht. Ik zie ze vallen in den nacht, de zachte, Donzige vlokken op de dorre zoden: Zij vallen op den akker, waar de dooden Er onder slapen en 't ontwaken wachten. Zij worden wakker in den winternacht en Gelijk een schaar gevang'nen, die ontvloden, Gaan zij geluidloos uit - de witte dooden, Om wie de dichte, donzen vlokken jachten. Zij zijn verdwenen - graven liggen open - Donkere graven, maar de vlokken jagen: De graven worden grauw met lichte vlokken. Gansch ver zie 'k donkere gedaanten loopen En vreemde stemmen laat de nachtwind klagen.... Luid galmt op eens het noodgelui der klokken... Dec. '84. Vorige Volgende