De nieuwe tuin(1898)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] VIII. De roos die om gesloten wond groeit, voelt Bij wind en weer het pijnlijk beven eerder. Maar daardoor dient ze ons hulploos wezen meerder Dan 't lid dat gaaf geen hul en heul bedoelt. Alleen waar 't ijzer vlijmscherp ingedreven Den vloer doorwoelde tot een open wond, Stijgt als het voorjaart uit gespleten grond De bloem en merkt de teere wortels beven. O mijn zielswond, hoe sloot ge u roosgelijk. Hoe beeft nog paarsch ge als kille winden naken. Maar uit uw beving o wat wortels braken. Wat bloem van heil stijgt uit uw kloof te prijk! Vorige Volgende