De nieuwe tuin(1898)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] V. Nu komt na lange en schrale helderheid Tot mij na vochtge nacht van 't zoele zuid Zoo blij de morgen: zie, mijn haag ontspruit Drukker zijn blaadjes: tusschen wolken glijdt Blijder het blauw: bollere wind deint wijd. En van zijn zoô stijgt daar de leeuwrik uit De duinlijn: vol orgelt zijn blij geluid: ‘De lente is nu in 't land. Ontwaakt! verblijdt!’ En mij ook stroomt door 't lijf eerst moe en flauw Het sap dat sterk maakt voller en ik voel Gezondheid zwaar voor den onsterken mensch. Want dit 's van 't leven dat ik voel en schouw De dubble zegen dat het sterk en koel En warm en mild maakt in één hartewensch. Vorige Volgende