De legende van de ruimte(1926)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] V. Afscheid Er is geen zoeken, is geen vinden, Er is alleen wat altijd leeft. Geboren met dit ééne weten Getuig ik en verkondig ik. Toen in de Hel mijn geest gekruist was Leed ik en riep de reine straal Die mij zou toonen dat de wereld Waaraan ik hing een waan moest zijn. Maar toen ik opsteeg tot mijn oorsprong Zag ik de wereld schoon en klaar: Mijn eigen lijf, voortaan verheerlijkt, Mijn eigen geest, voortaan bevrijd. Vorige Volgende