De kristaltwijg(1903)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] De Kindermoord Goud, myrrhe en wierook droegen zij Die komend met hun gouden kroon Afstegen voor Herodes' huis, Vragend: waar leit het knaapje thuis, Geboodschapt door een ster? En schriftgeleerden zeiden: hij Koos zeker Bethlehem ter woon, Want heeft niet een profeet gezegd: Gij, Bethlehem, zijt klein noch slecht: De Leidsman slaapt van u niet ver. Koning Herodes liet hen toen En zei: komt als ge weerkeert hier. Als ik weet waar ik 't kindje vind Aanbid ik 't ook, want wie bemint Niet wien een ster verkondt? [pagina 53] [p. 53] Maar hun een droom vermaan kwam doen: Keer afwaarts van het moordziek dier... Ze aanbaden: 't stralend aangezicht Wendden ze toen in 't morgenlicht Tenauwernoô de ster verzwond. Herodes wachtte in woede en woest En zond toen niemand kwam zijn schaar Soldaten: die vermoordden wreed Elk kind dat nog niet praten deed - Een gruwlijk bloedig veld Waarop geen bloem ontkomen moest, Geen blank lijfje aan het rood gevaar, En toen 't gekerm der moeders klonk Bromde hij grim: ook mijn ster blonk: Die Leidsman rijpt niet tot een Held. Maar Jozef zag den nacht tevoor Een Engel in zijn droom die zei: Vlucht naar Egypte en houd u daar Met Kind en Moeder tot de maar Komt van Herodes' dood. [pagina 54] [p. 54] En zoo, toen Bethlehem verloor Kinders bij duizenden, was Hij, Israëls Leidsman, 't eenge wicht Dat opwies in het vreemde licht Maar weerkeert van waarheen het vlood. Bij duizenden, tienduizenden, Kinders, sterft voor Herodes' zwaard, Wanneer de Leidsman overblijft Die den Erfvijand van u drijft Als eerst Herodes sterft, - Uw moeders, zoo hun hart ik ken, Juichen omdat Hij bleef bewaard Die u na tijden leiden zal Als voor zijn komst de vloekbre vall' En hij opnieuw u 't land verwerft. Knaapje, mijn kind dat naast mij slaapt, Ik wijd u aan dien Leidsman toe Die zeker komen zal zoodra Herodes sterft en Afrika Leven zal onder Hem. [pagina 55] [p. 55] Die Eene ontkwam den moord die gaapt Naar 't kindervolk - o, dat hij spoê Naar 't veilige oord waar hij niet hoort Stem als in Rama werd gehoord - Veler bedroefde moeders stem! - De Moorders vieren nu, mijn kind, Den Leidsman dien Herodes zocht, Het Kind dat naar Egypte vlood - Maar, kind, zij zochten zelf den dood Van 't nieuwe wicht dat wacht. Dien tweeden - kind mij welbemind! - Hem, dien dat volk graag moorden mocht, Dien wijd ik u, dien offer ik Uw jonge kracht, koom' de oogenblik Dat dankend Hij over u lacht. 25 Dec. 1901. Vorige Volgende