De kristaltwijg(1903)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Aan Malan Omdat ge uw vrije woord spraakt sluiten dwazen U af van 't licht, Malan, die kalm en stout De taal klonkt die nu, sterkgeschakeld, houdt De harten saam van die ze hopend lazen. De wijzen wachten, in steeds nieuw verbazen Dat een tiran steeds weer op steen vertrouwt Van muren, die hij hoog en duister bouwt, - Den geest denkt vangen in der tralie mazen... Luistert gij allen: door die tralie heen Klinkt staag die taal: een diamanten baan, Schijnt ze in den nacht, die tot ons oog komt blinken; - Aanschouwt: een licht brandt schijnend door den steen, 't Licht van zijn geest dat we als een zang verstaan: ‘Wordt vrij en één, dan zal uw kerker zinken.’ Vorige Volgende