De kristaltwijg(1903)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Terugblik Betreurde vreugden die ik maar eenmaal leef, Jeugd van een vriendschap, die ik vol genoot, Al uw genietingen zijn mij zóó klaar Dat ik er geen vergeet en elke erken. De Vriend zelf eerst: zijn komst in 't stil seizoen, Zijn land, zijn huis, menig bemind tafreel, Waarin hij uitstak, vreemd, en nochtans schoon, Van andre schoonheid dan ik zelf bedrijf. Zooals twee ploegers waar elks hoek van 't land Grenst tegen d'andren, stilstaan naast elkaar: De voor dampt ginds en hier, gevogelt zwermt Om beider hoofden en elks stemmenklank [pagina 13] [p. 13] Trilt in de voorjaarslucht en boven 't zaad; Dan gaan huns weegs ze en zien alleen van ver De ploeg en paarden en 't bekend figuur; - Zoo kwamen saam we en scheden, eens voor al... Vorige Volgende