Goden en grenzen(1920)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] V Hoe kan een vonk het dorre hout ontsteken. Ik las geen bladen tot een kort bericht Van de aanslag in Zuid-Afrika deed spreken, Op Krügers staat door England aangesticht. De dreun van dat tumult was ras verstreken, Maar de aandacht, eenmaal in me omhooggelicht, Vlamde uit: voor dagen niet noch jaren weken Haar fakkels voor mijn eerst omdroomd gezicht. Eén van mijn volk, één van mijn taal, verslonden Mijn oogen elk gebeuren hier en ginds. Eén hart, één zin, en o hoe vele wonden In andrer hart bloedden in mijn hart sinds. Mijn duinhuis: uit uw open vensters vlogen Liedren voortaan naar alle wereldbogen. Vorige Volgende