Goden en grenzen(1920)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] III Epithalamium [pagina 49] [p. 49] Epithalamium I Uw toon zong uit naar mijne: Twee vogels die van 't lage nest Voordat de zon verdwijne Opwieken uitziend naar het west. Uw hooge helle luide Ging voor, de mijne 'm achterna, Opdat hij eens nog duide Door welke drift hij stijg en sta. O zie hun gaan, hun zwieren, Neerzwenkend nu naar 't kimver schuim: Twee sterke schoone dieren, Mijn donkre veer, uw tengre pluim. Vorige Volgende