Goden en grenzen(1920)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] V Uw wil, mijn kind, is mijne, Beweeg hem hoe ge wilt, Of hij u helpe of pijne, Uw krachten meerdre of spilt, Hij stroomde uit mij, maar winding Van brein te zwak gericht, Maar floerzende verblinding Van 't al te omgrensd gezicht, Stoorden de klaarte en kennis Van 't doel dat eenig baat - Nu neig, ter zoetste wennis, Mijn kind, naar mij 't gelaat. Vorige Volgende