Dagen en daden(1901)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] II Van de vreugde Wij zijn uit de' Algrond opgerezen Als bloemen door een zon bestraald: Onprijsbaar blijft en onvolprezen 't Leven dat uit ons ademhaalt. Als ziekte en ramp ons schoonheid deren - 't Leven is groot! - wij lijden stil. Maar droefheid kan geen kracht vermeeren Die slechts in vreugd verwinnen wil. En als ons daden bergwaarts stammen En 't in en om ons stoomt en brandt, Dan staan geheiligd we in die vlammen En zeggen: Eén leeft die ons bant. Vorige Volgende