Dagen en daden(1901)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Dagen en daden [pagina 57] [p. 57] Verlaten tuin Om in uw rooden herfst en gele blaren Langs 't pad te waren Waar we eens tezamen stonden Is nu mijn vreugd: 'k heb alles zóo gevonden Als gij 't verliet, maar u niet, noch de jaren. Het leedge huis met de gesloten blinden Stond nog en vuurge schoten rankge winden Hingen van 't latwerk: ruim lag en verlaten De tuin: trilde achter 't schuurtje uw praten? Kwamen uw stappen mij bij 't schuithuis vinden? Helaas! uw leven, 't niet aan mij bekende, 't Mijne dat gij niet weet, ligt als een ledig. Geen antwoord komt, geen roepen waar 'k mij wende: Ons doode jaren lokken koud en vredig. Vorige Volgende