Dagen en daden(1901)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Het witte huis Het witte huis in 't bosch doet zijn kanteelen Rijzen in 't blauw en opent groote bogen, Voor open vensters zaten we opgetogen, In galerijen was de disch met eêlen Landlijken kost gedekt die we ons bedeelen In kout en scherts en lang genieten mogen: Huislijke hoenders komen aangevlogen Die om ons heen om brok en kruim krakeelen. 't Bosch strekt zich uit: langs effen wandelpaden Glijden wij blij, naalden en dorre bladen Vlijen zacht, hoopen zich om onze voeten. En dichterwoorden die geklonken groeten Gaan met de vogels vrij om onze hoofden Die aan dien droom in 't dag-zijn nauw geloofden. Vorige Volgende