Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

[p. 295]

G. Willeumier aan A. Verwey 16.3.[87]¹

Middelburg, 16 Maart

Weledel Heer,

Mag ik mijzelve aan U voorstellen als eene der ‘Nieuwe Gids’ lezers?...

Ik leg juist uw artikel ‘De Gids nu hij vijftig jaar is’ uit de hand en een onweerstaanbare lust maakt zich van mij meester om uwe opinie te vragen over gedichten, die ik zond aan... (ik zal maar geen namen noemen!) en die ze afkeurden, - gedichten, die ik tòch mooi vind ('t kan partijdigheid zijn!) maar waarover ik zoo gaarne uw oordeel zou weten...

Daàrom, omdat ik met zoo innig welbehagen, - sympathie, mag ik zeggen? - genoemd artikel las; omdat ik voel dat gij gelijk hebt; dat de een - Gids - zoekenden, van U zullen kunnen leeren, in het met oordeel lezen, het vormen van hun smaak. enz. enz. Nu vraag ik niet van U een kritiek; not a bit of it! - 't Zou voor't minst onbeleefd zijn, zoó beslag te leggen op uwen tijd, 't geen ik tòch al doe maar U te vragen de gedichtjes - plus mijn schrijven - te lezen. Ik kom alleen met vriendelijke verzoek: zie ze eens in, in een verloren oogenblik; doe ze weer in 't couvert zoo ze naar uw oordeel van nul en gener waarden zijn, en - is er iets goeds aan, dan, ja dàn, wees zoo beleefd en doe eener lezeres den dienst een enkele op- en aanmerking te maken.

Ik wensch u verder veel tijd toe en lust om ‘dingen te maken, mooi en genotrijk voor de menschen die het beste wenschen voor (uwe) vrienden en (U.)’

Met de meeste achting heb ik de eer te zijn

uwe dw

Guillette de Lange

1 Jaardatering op grond van verschijningsdatum van ‘De Gids nu hij vijftig jaar is’.