Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdG.J. Koopman aan A. Verwey 6.7.86Cheribon, 6 Juli 1886 p-a. Hotel Hogezand
Amice, Wel, wel hoe gaat 't; zoo langzamerhand hoor ik berichten van jullie Nieuwe Gidsmannen: 't is zoo ver, dat de nagalm wel wat zwak is. Ik dacht zoo, zouden die Hollantsche correspondenten van de Indische couranten nu nooit over die lui schrijven, maar jawel, daar begon 't in 't Batav. | |
[pagina 191]
| |
HandelsbladGa naar eind1 over F. van Eeden, dat ze nu toch wel wat jammer vonden van dien man, die heel veel beloofde voor de toekomst enz. dat-i nu verzeild was in zoo'n clubje en wilde hij wat degelijks worden, dat-i zich maar zoo gauw mogelijk moest afscheiden. Ik las toen meteen van de poets,Ga naar eind2 die jullie de ouwe pruiken gebakken hebben, hij was fijn! hoor. Verbeeld je eens ik kwam hier in dit kleine gat van Ch. eens in 'n boekwinkel daar zag ik waarlijk die Beoordeeling van de Hollantsche critiekGa naar eind3 liggen, en dat hier in Ch. ook zag ik: Studies naar 't naakt model,Ga naar eind4 nu dat koop ik ook eens 'n goeien dag, maar 't zit er krap bij me aan, want ik verdien hier geen duit, al zit ik van 8-4 uur op 't kantoor. Ja, daar zit ik nu hier. Je weet ik ben weer niet geplaatst als Peereboom, Fokker c.s. nu ik ben er niet rouwig om. Toen ik aan den scharrel in Batavia of ik daar niet iets op kantoor vinden kon, want gouverneurschapdienst heb ik afgezeid, 't loopt hier op z'n end en dan is de handel nog maar 't beste en 't is toch maar de kwestie om geld te verdienen, want als ik geld zie, ben ik lekker. Veel gaat er hier niet om, alles is even beroerd. Je moet hier komen om eens armoede te zien. Het Javaansch Nieuwjaar, dat anders zoo vroolijk kan zijn, wat was 't dof, dit jaar; nu ja elk Javaan had 'n nieuw kleedje aan en de RegentGa naar eind5 hield receptie en 'avonds bal: de kleine man schoot voetzoekers af, maar vroolijkheid geen spoor, 't is zoo gedrukt hier in Cheribon. Je kunt je niet verbeelden, wat dat hier voor 'n nest is, dat komt omdat de huizen hier veel te dicht op elkaar staan. De lui hebben hier altijd wat op elkaar te zeggen en zoo heb ik 't ook van de Cheribonners. 't Is hier daarbij vervloekt warm, heel anders als in Batavia en er waait hier langen tijd een droge, doorzettende wind, dat je lippen opdrogen en ik denk dat ik gekust ben. Mooie vrouwen heb je hier wel, als je goed toekijkt, maar niet zooals in Batavia; ze werken hier te hard en de zorgen staan op 't gezigt, en groeven er diepe kloven in, in Batavia waren ze allen vol en rond. Ze houwen hier veel van blauw. ([xxx]) Die de Bergh van de Amsterdammer zit ook in Indië, wat die voor moois vertellen zal aan jullie; overal feestelijk onthaald door de inlandsche grooten, althans in Solo; hij blijft overal maar 'n paar oogenblikken en hij zal jullie dus wel wat prachtigs opdisschen Adieu tàt G.J K |