Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 190]
| |
A. Verwey aan M. van Vloten [op of vlak na 3.7.86]Ga naar eind1Beste Martha, Ik was bang dat je mocht denken dat ik boos ben omdat je die aanteekeningen gelezen hebt. Daarom schrijf ik je. Ik had die bladzijden onbegrijpelijkerwijs vergeten en dacht er eerst weer aan toen ik zag dat Veth ze in handen nam. Toen je zei dat je ze gelezen had, werd ik meer getroffen dan ik merken liet - maar boos was ik niet, want er stond niets in dat dat ik je niet gezegd zou hebben als je dien ochtend gevraagd had wat er in me omging. Schoon ik niet weet of ik het had kúnnen zeggen; omdat het schrijven me een uur lang bezighield, en ik telkens het resultaat van allerlei stemmingen schreef. Ja, meer dan een uur moet het geweest zijn Ik ben nog onder den indruk van dien morgen. Zeg het aan niemand over - behalve aan free natuurlijk - dat je iets weet van mijn intimiteiten met mijn innigste zelf. Ik geloof dat ik een gevoel van schaamte had toen je zei, dat je dien omgang gezien had. Mijn twijfel en mijn trots moeten voor mezelf blijven. Ik zal er verzen van maken die een enkele begrijpen zal als ik dood ben. Niemand teekent[?] een zwaarder schuldbrief dan wie zulke intimiteit accepteert. Dat kan alleen een nageslacht doen. |
|