Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 189]
| |
't me zoo gauw je kunt sturen - per ommegaande liefst en dan naar mijn thuis: Nassaukade. - Paap vertelde me vandaag dat hij van plan was met Netscher een Weekblad opterichten, dat de N.G. zou steunen. Hij verzocht om onze medewerking. Ik heb voorgesteld van deze zaak eenigszins een redactiezaak te maken en op een vergadering de vraag te behandelen of en waar om het voor de N.G. nuttig en noodig kan zijn een weekblad naast zich te krijgen. Het zou niet kwaad zijn Paap te brengen tot eenigszins officieele verklaring van de redenen, waarom dat blad moet worden opgericht. Vind je ook niet?
In de Crocquis Littéraires van Huysmans komt, - zooals Kloos ontdekt heeft - een stukje voor, getiteld ‘La Bièvre’. Paap heeft het nagezien en zegt dat dit een andere Bièvre moet zijn, want dat het schetsje in de Crocquis maar 4½ pag. groot is.
Vanmiddag kwam ik bij Versluys en sprak met hem over de maandelijksche uitgave, die hij heeft voorgesteld. Toen ik hem zei dat we in geen geval aflev. van 5 vel konden geven en als we meer geven ook den prijs moesten verhoogen, antwoordde hij dat hij het dàn veel raadzamer vond nog een jaar zòò door te gaan, omdat hij geloofde dat de kans op verlies door prijsverhooging + kleiner formaat grooter zou zijn dan die op winst door de verdubbeling der afleveringen. Dit advies was geheel in mijn geest en ik hoop dat we er allemaal het redelijke van inzien. Versluys zei me dat je de gevraagde Ex. van je diss.Ga naar eind1 wel krijgen kon, maar dat er dan niets voor den handel overbleef. Het papier was op. Zeg Martha dat ze niet moet denken dat ik boos ben omdat ze mijn aanteekeningenGa naar eind2 gelezen heeft. Ze waren een uur uit mijn leven, zooals ieder artiest er wel eens meer een beleeft. Maar zul jullie er niemand ooit van spreken? Veth begon gelukkig pas, toen ik 't zag. Mijn hartelijke groeten. Mijn broer gaat goed. Albert
Veth heeft een SonnetGa naar eind3 gestuurd. Niet bijster. Vanavond een brief van Adèle Opz. Niets bijster, behalve het spoor
In het WeekbladGa naar eind4 van vanavond staat een brief aan mij van een onbekend vernuft, dat beweert, dat als hij mijn Demeter leest, zooals ik gezegd heb (vorig weekblad)Ga naar eind5 dat hij lezen moet, dat hij het dan onzin vindt. Uit ‘smans schrijfwijze is optemaken dat hij Dem, op alle manieren gelezen, onzin vindt. Arme hij? - ! |
|