Het brandende braambosch(1899)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] V Zit een in 't donker van zijn droom gedoken En glimlacht om zijn blijde onvindbaarheid? Zie hoe er 't wordingswonder openleit: De droom van nu uit vroegren droom ontloken. Elk ding, zoodra is 't aan den dag ontstoken, Of 't is zichzelf en een in wordbaarheid. Een pooze en 't sterft: maar neen, 't is voorbereid 't Nieuwe in een reeks die nooit wordt afgebroken. Jezus, het Kind, dat in den Tempel zat, En kinderwijsheid grijzen leeraars leerde - Wie wist dat hij een droom verwerklijkt had? - Wat braver Jood dan die daar innekeerde! - Maar dat Hij dáár was dien ze als Heiland eerde, Werd door Haarzelf, Maria, niet bevat. Vorige Volgende