Het brandende braambosch(1899)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] III De knaap die eenmaal bloem werd voor zijn sterven Omdat hij in zich spieglend alles vond, - Narcissus wien de vlugge voeten bond Een god en liet als bloem hem 't spieglen erven Aan beek, uit wraak omdat hij wreed liet derven Echo de liefde van zijn schoonen mond, - Hij die uit liefde tot zichzelven schond Schoonheid die leeft door schoonheid te verwerven: - Hij werd symbool des dichters die de bonte Wereld ziet spieglen in zijn kalmen geest En roerloos blijft bij 't weefwerk in de ronte. Is 't geest, is 't wereld? - Wie bemint hij 't meest? - Maar o wie zal de stille liefde spreken Die naar elk ding die minnaar uit voelt breken. Vorige Volgende