Het brandende braambosch(1899)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] II De kool is grijs die doorgegloeid zal branden Nog eens om dan met de aard verzaamd te worden; De wijnstokblaren kregen vóor ze dorden Nog eens een rood of ze in zich vlammen banden; De wolken gloeiden aan hun vaalste randen Nog eens voordat om hen de donkers morden Waarin de nachteheemlen 't lijknaam sjorden Des Als dat duister drijft langs andre stranden. Zoo zijt ook gij, mijn jeugd, eens voor uw sterven, Dit jaar, ontlaaid nog, en ik groet met beven Dien gloor waar 'k nu aan weet hoe 'k u zal derven. O moog' met aard en nevel, loof en wolken, Met zon en Al, mijn jeugd, ge opnieuw gaan leven Mij, andren man, met mij voor andre volken. Vorige Volgende