Het blank heelal(1908)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 171] [p. 171] De Tijd en de Sint-Pietersberg Kom mee, kom mee, mijn poort ontgrendelt zich. Dit is die afgrond waarvoor Dante stond. Geen weening, tandgekners, maar donkre grond En grauwe steen en lanen als een wig Van leegte en stilte en in de wand het zig- Zag van de zaag en beitel: voorzaat vond Hier schelp en dier die 't mergel in zich bond: Voorwereldlijke monster-waterbig. Kom mee, kom mee, ik sleur mijn stroomen mee. U allen wentelt en versteent mijn kolk. Ik ben die Tijd die als een eeuwge zee Verbindt en scheidt het vaste tot een wolk, Het vloeibre tot een damp en, steenens-reê, Uw eigen leven, mijn gedoemde volk. Vorige Volgende