Het blank heelal(1908)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 116] [p. 116] Aan 't Venster Hul me in fluweel en goud: geef mij mijn vedel. Open het raam: wat blinkt het landschap blauw! Flonkre in 't kristal de wijn door bladerschauw! Strijke mijn hand de snaar verheugd en edel! Ontsluit dat kistje: zegel, munt en cedel Is 't kunstrijk gearbeid klein gevang te nauw. Plaats naast ze - omvangensgraag mijn hand trilt flauw - D' oogholligen, kaakgrijnzenden, dien schedel. Zijn ronde bol is de aarde in vasten dood. Hoe vonkt en straalt en stroomt en ruischt zij buiten! Ik wil die beide in éénen blik omsluiten, Proeven, o aarde, uw schoon dat bleef en vlood. Nu is uw kleur, verheldrend, valend; - fluiten Zoo zoet, zoo teer, als nimmer vogel floot. Vorige Volgende