Het blank heelal(1908)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Emmausganger In de gestalte zien wat andren droomen, Wat voor de meesten vaag verlangen blijft, Dat was uw voorrecht, Vriend. Een nevel drijft Dan voor uw oog en 't beeld is weggenomen. Maar eeuwig zweeft voortaan die vorm u voor: Gij beeldt hem in uw boek voor laatre geesten, Gij meet naar hem menschlijke smarten, feesten... Uw heden leent licht van zijn toekomst-gloor. Gij weet dat nooit, nooit zielen zijn gescheiden Die elkaar vonden in hun hoogsten bond: Hun woord klinkt saam: hun kus 'hoort beider mond, Hun wensch was: vinden, en hun vondst: verbeiden. [pagina 115] [p. 115] Zij leven saam: zij leven voor de schaar Die altijd vraagt en nimmermeer kan vinden. Zij vindt voortaan in wie elkaar beminden Haar eigen liefde aanschouwlijk, waar en klaar. Vorige Volgende