Het blank heelal(1908)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] In den Spiegel van Dood en Leven [pagina 113] [p. 113] De Terrassen van Meudon De lucht is stil: op eindloos verre heuvlen Strekt zich de stad in blond en rozig licht - Ik wend mij om waar lachen klinkt en keuvlen: Daar kust een knaap een blank en zoet gezicht. Ik zie omlaag: in vaste en strenge perken Sombert rondom een kom een herfstge tuin. Ik zie omhoog: een koepel, zwaar van zerken, Stijgt, sterrenwacht, hoog boven boomenkruin. Op trapgesteenten, broklig, maar gebleven, Blijf ik dan peinzend en in weemoed staan, - Want doode dingen zijn die langer leven Dan wij die werden, welken en vergaan. Vorige Volgende