Het blank heelal

[p. 31]

Dichters Nachtgezang

[p. 33]

Avond

Heldere avond komt en luistert
Wijl ik met mijn hoofd in 't koele
Kijk hoe 't water vonkt en duistert -
Duister vonkt wat ik bedoele
In den hemel die mij kluistert.

Mijn gedachten spreken zachtjes,
Weet ik of mijn mond iets fluistert,
Paren droomen langs de grachtjes,
En langs wallekantjes ruischt er 't
Water mee met hun gedachtjes.

[p. 34]

 

En ik weet dat droom en sterren,

 

Donkre gracht en heldre harten

 

Zich vereenen in den verren,

 

Zich verwarren in den zwarten

 

Hemel, dien geen vonken sperren.

 

 

 

Heldere avond komt en luistert

 

Wijl ik met mijn hoofd in 't open

 

Hoor hoe 't water ruischt en fluistert.

 

Mijn gedachten breken open -

 

Hemel hoort ze, vonk-doorluisterd....