Het blank heelal(1908)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] XII Of als een edelsteen in zee gezonken Die daar den gloed van hoogre zonnen draagt, Waarheen wij dalen in doorzichtig rijk, Zoo hebben we in ons hart den eenen Droom Die vol van licht uw licht bewaart en bergt. Wij zijn de wachters van dien diepsten schat, Wij zijn de dienaars van dat reinst symbool, Wij zijn de schaamlen die een machtge geest, Arm en ellendig, van verlaten strand Omlaag voert in zijn wereld, en omhoog Met eêlgesteente dat als tros gebloemt Groeide om de schrijn waar de ééne steen in slaapt. Vorige Volgende